Tijdens de raadsavond deed GroenLinks het voorstel om een duidelijke norm te geven aan de hoeveelheid groen die in een buurt nodig is, net zoals we dat hebben met de parkeernorm. In veel gemeenten wordt de 3-30-300 norm gehanteerd. Deze norm betekend dat er vanuit iedere woning 3 bomen zichtbaar zijn, 30% van de buurt met groen bedekt is (zij het een groen veldje of het bladerdak van een boom) en binnen een afstand van 300 meter is er een koele verblijfsplek in de schaduw.
Van een harde norm is het niet gekomen. De wethouder stelde voor het een “richtlijn” te laten zijn en in gesprek met inwoners mee te nemen. Daar konden wij tegemoet in komen en zodoende is onze motie aangepast en aangenomen, met steun van Lokaal Alternatief, VVD, CDA en DOED.
Er ligt nu een goede basis om onze dorpen te vergroenen en te beschermen tegen droogtes en extreme regenval. We zijn er alleen nog lang niet. Aanhoudende droogtes en extreme regenval kunnen natuurlijk ook niet de enige reden zijn om te kiezen voor een groene leefomgeving. De natuur verdiend op zichzelf al veel scherpere aandacht in gemeentebeleid. Nabije natuur maakt een mens gezonder en gelukkiger en de biodiversiteit in staat in ons land keihard onder druk. We blijven ons daarom inzetten voor een groenere gemeente.